De statuten
Ter bescherming van de privacy zijn persoonsgegevens uit de oorspronkelijke statuten verwijderd. De oorspronkelijke statuten zijn tegen betaling van 10 sterren af te halen op het Spreekuur.
Stichting LETS Utrecht en omgeving,
‘het Sterrenstelsel’
Akte van oprichting
Vandaag, maandag twaalf januari negentienhonderd acht en negentig, verschenen voor mij, Willem Mathieu van Grafhorst, notaris in Utrecht:
Moon;
Su.
Zij verklaarden:
Wij richten vandaag een stichting op; haar statuten luiden als volgt.
De naam van de stichting
  1. De naam van de stichting is Stichting LETS Utrecht en omgeving, ‘het Sterrenstelsel’.
De plaats van vestiging
  1. De stichting is gevestigd te Utrecht
De duur waarvoor zij wordt opgericht
  1. De stichting is opgericht voor onbepaalde tijd.
Het doel van de stichting
    1. De stichting LETS Utrecht is een Local Exchange Trading System.
    2. Het doel van de stichting is:
      1. het vergroten van het respect voor menselijk welzijn, natuur en biosfeer;
      2. het beperken van het gebruik van regulier geldverkeer, het stimuleren van het gebruik van de lokale rekeneenheid en het versterken van de lokale economie;het leveren van een bijdrage aan de opbouw van een duurzame samenleving met daarbij behorende consumptiepatronen, door ondersteuning van ecologische initiatieven en bevordering van hergebruik en reparatie van consumptiegoederen en gebruiksartikelen;
      3. het voorkomen en verbeteren van de energieverslindende en milieubelastende wegwerpmaatschappij door het geven van voorlichting en het bieden van alternatieven;
      4. het leveren van een bijdrage aan sociale vernieuwing en het tegengaan van sociale uitsluiting, door sociale contacten te bevorderen, te verbeteren, uit te breiden of te doen ontstaan;
      5. het leveren van een bijdrage aan arbeid, ook in sectoren waar betaalde arbeid in de reguliere economie niet haalbaar is, door zogenaamde ‘langdurig werklozen’ en/of kansarme groepen en/of individuen de gelegenheid te bieden ervaring op te doen en zo hun integratie te bevorderen;
      6. het bevorderen van een interculturele en multiculturele samenleving door het stimuleren en bevorderen van de emancipatie van haar leden.
    3. De stichting beoogt niet het maken van winst.
De wijze waarop zij haar doel wil bereiken
  1. De stichting probeert haar doel te bereiken:
    1. door het bij elkaar brengen van individuen, groepen en bedrijven in een ruilkring;
    2. door de deelnemers, in de gelegenheid te stellen vraag en aanbod van vriendendiensten aan elkaar kenbaar te maken door advertenties in het periodiek van de stichting;
    3. door als administratiekantoor te fungeren door voor iedere deelnemer een saldo vast te stellen in de lokale rekeneenheid; met behulp van deze rekeneenheid wordt uitdrukking gegeven aan een credit/debet van verleende en genoten diensten;
    4. door het LETS in Utrecht en omgeving te bevorderen;
    5. door actief deel te nemen aan milieubewuste projecten of door deze op te zetten;
    6. door fondsen te verwerven om projecten en andere activiteiten te ondersteunen;
    7. door deelnemers te motiveren om te handelen en door nieuwe deelnemers te werven.
Haar geldmiddelen
    1. De geldmiddelen van de stichting bestaan uit:
      • wat zij door subsidie, erfstelling, legaat of schenking ontvangt;
      • de opbrengsten van haar activiteiten;
      • de inkomsten uit haar vermogen;
      • eventuele andere baten
    2. De stichting moet zorgen voor een goed beheer van haar vermogen.
Over het bestuur
    1. Het bestuur van de stichting bestaat uit ten minste vijf personen.
    2. Het bestuur kan altijd besluiten dat er meer bestuursleden zullen zijn; zo’n besluit moet het bestuur met algemene stemmen nemen.
    3. Het bestuur benoemt nieuwe bestuursleden; bestuursleden moeten deelnemer zijn.
    4. Het bestuur benoemt ten hoogste twee bestuursleden op voordracht van de raad van toezicht.
    5. Ook als het aantal bestuursleden beneden de vijf is gedaald, blijft het bestuur bevoegd; maar het moet wel zo spoedig mogelijk in de vacatures voorzien.
    6. De leden van het bestuur kiezen uit hun midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester; de functie van voorzitter is niet met een andere functie verenigbaar.
De duur van het bestuurslidmaatschap
    1. De leden van het bestuur worden benoemd voor een termijn van drie jaar; zij zijn daarna meteen opnieuw benoembaar.
    2. Het lid van het bestuur dat in een tussentijdse vacature aangewezen wordt, neemt wat de datum van zijn aftreden betreft de plaats van zijn voorganger in.
Hoe het bestuurslidmaatschap eindigt
    1. Het bestuurslidmaatschap eindigt:
      • door het verstrijken van de periode waarvoor het bestuurslid is benoemd;
      • door zelf genomen ontslag;
      • tengevolge van ontslag door het bestuur;
      • door onder-curatele-stelling of faillissement van het bestuurslid.
    2. Het geven en het nemen van ontslag moeten gebeuren bij aangetekende brief.
    3. Het geven van ontslag door het bestuur moet, na vooraf schriftelijk verkregen goedkeuring van de raad van toezicht, gebeuren op grond van een besluit dat het bestuur moet nemen met een meerderheid van twee/derde gedeelte van de stemmen in een vergadering waarin alle bestuursleden - behalve het lid dat het te nemen besluit aangaat - aanwezig of vertegenwoordigd zijn.
Over bestuursvergaderingen & besluitvorming
    1. Het bestuur vergadert als de voorzitter of twee andere bestuursleden of de raad van toezicht dat willen, maar ten minste twee keer per jaar.
    2. De leden van de raad van toezicht hebben toegang tot alle bestuursvergaderingen, tenzij het bestuur voor een bepaalde vergadering of voor een gedeelte daarvan anders besluit; de leden van de raad van toezicht hebben het recht op de bestuursvergaderingen het woord te voeren, maar zij hebben geen stemrecht.
    3. De leden van het bestuur en van de raad van toezicht moeten schriftelijk voor een bestuursvergadering uitgenodigd worden, met inachtneming van een termijn van zeven dagen, waarbij die van oproeping en die van vergadering niet meetellen; degeen die voor een vergadering uitnodigt, moet bij de uitnodiging een agenda van de vergadering voegen.
    4. Het bestuur kan alleen maar besluiten nemen als ten minste twee/derde gedeelte van het aantal bestuursleden aanwezig of vertegenwoordigd is, tenzij de statuten anders bepalen.
    5. Als in een bestuursvergadering het volgens de statuten vereiste quorum niet aanwezig is, kan het bestuur voor een nieuwe vergadering bijeengeroepen worden die ten minste veertien en ten hoogste acht en twintig dagen na de eerste vergadering gehouden moet worden; in die tweede vergadering kan het bestuur met een meerderheid van drie/vierde gedeelte van het aantal stemmen over dezelfde onderwerpen als van de eerste vergadering besluiten nemen, ongeacht het dan aanwezige of vertegenwoordigde aantal bestuursleden.
    6. Als de statuten niet anders bepalen, neemt het bestuur zijn besluiten met gewone meerderheid van stemmen; bij staken van stemmen is het voorstel verworpen.
    7. Ook buiten vergadering kan het bestuur besluiten nemen, maar dan moeten alle bestuursleden zich schriftelijk voor het voorgestelde bestuursbesluit verklaren; zo’n besluitvorming kan alleen maar tot stand komen als daarvan blijkt uit brief, telegram, telex, telefax of ander schriftelijk communicatiemiddel.
    8. Van elke vergadering moet de secretaris of een ander door het bestuur aangewezen lid van het bestuur notulen houden; het bestuur moet deze notulen in de eerstvolgende vergadering vaststellen; als blijk daarvan zal de voorzitter die notulen dan ondertekenen.
Over vertegenwoordiging van de stichting en van haar bestuursleden
    1. Het bestuur vertegenwoordigt de stichting, maar de stichting kan ook worden vertegenwoordigd door twee gezamenlijk handelende bestuursleden.
    2. In een bestuursvergadering kan een bestuurslid slechts één medebestuurslid vertegenwoordigen en voor dat medebestuurslid stemmen; zo’n volmacht moet schriftelijk zijn.
    3. Het bestuur kan schriftelijk een algemene of beperkte volmacht verlenen aan een of meer bestuursleden - maar ook aan anderen - om de stichting te vertegenwoordigen.
Over de bevoegdheden van het bestuur
  1. Het bestuur is - na vooraf schriftelijk verkregen toestemming van de raad van toezicht - bevoegd tot het sluiten van overeenkomsten tot het verkrijgen, vervreemden of bezwaren van registergoederen, en tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenares verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidsstelling voor de schuld van een derde verplicht.
Over de deelnemersraad van de stichting
    1. De stichting heeft een deelnemersraad, waarin alle deelnemers zitting hebben.
    2. Het bestuur besluit wie deelnemer is.
    3. De deelnemersraad vergadert op uitnodiging van de raad van toezicht, maar ten minste één keer per jaar; ook als ten minste tien procent van het aantal deelnemers de raad van toezicht daarom vraagt, moet er een vergadering van deelnemers gehouden worden; als de raad van toezicht dan niet binnen vier weken na het verzoek een vergadering van deelnemers heeft bijeengeroepen, is de deelnemersraad zelf bevoegd een vergadering te houden en in de leiding van die vergadering te voorzien; een oproep tot zo’n vergadering wordt gepubliceerd in de periodiek van de stichting.
    4. De voorzitter en de secretaris van de raad van toezicht zijn ook voorzitter van de vergadering van de deelnemersraad; de secretaris maakt de notulen van de vergaderingen van de deelnemersraad en publiceert het verslag van zo’n vergadering in het periodiek van de stichting.
    5. De deelnemersraad neemt zijn besluiten met gewone meerderheid van stemmen.
    6. Een deelnemer kan zich in de vergadering van de deelnemersraad schriftelijk laten vertegenwoordigen door een andere deelnemer; een deelnemer kan niet meer dan vijf andere deelnemers vertegenwoordigen.
    7. Regels over werkwijze van en besluitvorming binnen de deelnemersraad kan het bestuur na vooraf verkregen schriftelijke goedkeuring van de raad van toezicht opnemen in een daartoe op te stellen reglement.
Over de raad van toezicht
    1. De raad van toezicht bestaat uit ten minste drie leden.
    2. De raad van toezicht wordt gekozen door en uit de deelnemersraad voor een periode van twee jaar; na het einde van het lidmaatschap van de raad zijn de leden van de raad van toezicht zijn meteen herbenoembaar; de leden van de raad van toezicht worden ontslagen door de deelnemersraad.
    3. De raad van toezicht heeft een stimulerende, signalerende, adviserende, goedkeurende en controlerende taak.
    4. De raad van toezicht kiest uit zijn midden een voorzitter en een secretaris.
    5. De raad van toezicht mag ten hoogste twee deelnemers voordragen voor een bestuursfunctie; de functies van lid van het bestuur en van de raad van toezicht zijn niet in een persoon verenigbaar.
    6. De raad van toezicht kan aan het bestuur voorstellen voor statutenwijziging doen; een statutenwijziging moet vooraf door de raad van toezicht zijn goedgekeurd.
    7. Begroting, jaarstukken, visie en beleidsstukken moeten door de raad van toezicht worden goedgekeurd.
    8. Werkplannen voor het Sterrenstelsel worden ter kennisneming aan de raad van toezicht gestuurd.
Over de mogelijkheid van een geschillencommissie
    1. De stichting moet een geschillencommissie kunnen hebben die tot doel heeft om bindend te beslissen in geschillen tussen het bestuur en de deelnemersraad.
    2. Een geschil is aanwezig zodra één partij dat vindt.
    3. De geschillencommissie bestaat uit drie personen: één wordt aangewezen uit en door het bestuur, één uit en door de deelnemersraad; het derde lid van de commissie wordt aangewezen door de twee andere leden in onderling overleg; als dat overleg geen resultaat heeft, zal - op verzoek van de meest gerede partij - een notaris wiens standplaats zich bevindt in de plaats van vestiging van de stichting, dat commissielid aanwijzen; het derde commissielid mag niet lid van het bestuur of deelnemer zijn.
De boekhouding & de jaarstukken
    1. Het boekjaar van de stichting loopt gelijk met het kalenderjaar.
    2. Binnen zes maanden na afloop van elk boekjaar moet het bestuur de jaarrekening van het afgelopen jaar vaststellen.
    3. De jaarrekening bestaat uit een balans, een staat van ontvangsten en uitgaven en een toelichting op deze stukken.
    4. De jaarrekening moet worden gecontroleerd door een door het bestuur daartoe aangewezen deskundige.
    5. In de bestuursvergadering waarin de jaarrekening wordt vastgesteld, moet de secretaris verslag uitbrengen over de werkzaamheden van de stichting in dat afgelopen jaar.
    6. De penningmeester moet in die vergadering rekening & verantwoording afleggen over het door hem in het afgelopen jaar gevoerde beheer; als het bestuur de Jaarrekening heeft vastgesteld, wordt de penningmeester daardoor gedéchargeerd.
    7. Het bestuur moet een exemplaar van de jaarstukken ter kennisname naar de deelnemersraad sturen.
    8. Het bestuur moet de jaarstukken ten minste tien jaar bewaren.
Over reglementen
  1. Het bestuur kan reglementen vaststellen voor zijn eigen werkzaamheden en voor die van de geschillencommissie; na vooraf schriftelijk verkregen goedkeuring van de raad van toezicht kan het bestuur ook voor de deelnemersraad een reglement opstellen.
Over statutenwijziging & ontbinding
  1. Na vooraf schriftelijk verkregen goedkeuring van de deelnemersraad kan het bestuur een besluit nemen tot
    1. statutenwijziging, fusie of ontbinding van de stichting; zo’n besluit moet het bestuur dan nemen met een meerderheid van ten minste twee/derde gedeelte van het aantal stemmen in een vergadering waarin alle bestuursleden aanwezig of vertegenwoordigd zijn.
    2. Als het in het vorige lid van dit artikel bedoelde quorum niet aanwezig is, mogen de dan wél aanwezige leden van het bestuur besluiten een nieuwe vergadering bijeen te roepen, die ten minste veertien maar ten hoogste acht en twintig dagen na de eerste vergadering gehouden moet worden; in die tweede vergadering mag het bestuur dan zijn besluit tot statutenwijziging, fusie of ontbinding nemen met een meerderheid van ten minste twee/derde gedeelte van het aantal stemmen, ongeacht het aantal dan aanwezige of vertegenwoordigde bestuursleden.
    3. Bij de oproeping tot de vergadering waarin een voorstel tot statutenwijziging, fusie of ontbinding aan de orde komt, moet de agenda - die dan ten minste een en twintig dagen vóór die vergadering aan de bestuursleden en aan de deelnemersraad moet worden toegezonden - woordelijk de tekst van de voorgestelde wijziging of het voorstel tot fusie of ontbinding bevatten.
Over de vereffening van het vermogen van de stichting
    1. Na het besluit tot ontbinding van de stichting moet het bestuur als vereffenaar het vermogen van de stichting liquideren, tenzij het bestuur daartoe anderen heeft aangewezen.
    2. De vereffening moet gebeuren met inachtneming van de daaraan in artikel 2:23 van het burgerlijk wetboek gestelde eisen.
    3. Aan een eventueel batig saldo bij de vereffening moet het bestuur een bestemming geven die zoveel mogelijk overeenkomt met het doel van de stichting.
    4. Na afloop van de vereffening moeten de jaarstukken en andere bescheiden van d e ontbonden stichting ten minste tien jaar worden bewaard door degene, die daarvoor door het bestuur is aangewezen; binnen acht dagen na afloop van de vereffening moet de bewaarder van die stukken van zijn bewaarplicht opgave doen bij het stichtingenregister van de Kamer van Koophandel.
Slotbepalingen
    1. In alle gevallen waarin deze statuten niet voorzien, beslist het bestuur.
    2. Overal waar in deze statuten bij de aanduiding van personen de mannelijke persoonsvorm gebruikt wordt, worden daarmee zonder onderscheid zowel vrouwen als mannen bedoeld.

ster    ster    ster
Home
Handelen
Contact
Inschrijven
Agenda
Informatie
Spelregels
Statuten
Veelgestelde vragen
Sterrenstof
Advertenties
Sitemap